Deze therapie is gericht op de bewustwording van het verband tussen het lichaam, de geest en de gevoelens.
Dit verband wordt al gelegd tijdens de ontwikkeling van het lichaam in de periode voor de geboorte.
Na de vorming van het reukcentrum, het gehoorcentrum, het gezichtscentrum en het evenwichtscentrum is het ongeboren kind in staat het vruchtwater te proeven, geluidstrillingen waar te nemen, innerlijke beelden te vormen en te bewegen.
Daarbij ontstaan er verbindingen met de hersencellen die kernen vormen in de neocortex (de buitenste hersenschors).
Dit geeft het kind na de geboorte de mogelijkheid om zes herkenbare geestesvermogens te ontwikkelen, te weten
In een latere versie van wat er hier beschreven is worden er in totaal 12 geestvermogens genoemd: naast de bovengenoemde zes ook nog
Levenslustige kinderen die naast een wezenlijk zelfgevoel ook een levendig, vitaal en krachtig gevoel willen hebben gaan automatisch en onbewust het geestesvermogen gebruiken waarbij deze gevoelens kunnen ontstaan. Een ongewenst kleurloos, depressief en machteloos gevoel kan kinderen de drang geven die hen de mogelijkheid geeft het levendige, vitale en krachtige gevoel terug te krijgen. Door omstandigheden of opmerkingen van een ander kan bij kinderen het aanwezige wezenlijke zelfgevoel verdwijnen. Dit geeft hen niet alleen een kleurloos, depressief en machteloos gevoel, maar ook een gevoel van onvermogen met een lichamelijk ongezond gevoel. Bij een kind kan er dan ook een zelfafwijzend gevoel ontstaan. Kinderen met een levensdrang gaan dan onbewust het geestesvermogen gebruiken waarbij ze het wezenlijke zelfgevoel kunnen krijgen dat het zelfafwijzende gevoel verdringt. Daarbij kan ook het gevoel van onvermogen en het lichamelijk ongezonde gevoel verdwijnen. Dit kan hen ook het aanvullende levendige, vitale en krachtige gevoel geven dat het aanwezige kleurloze, depressieve en machteloze gevoel opheft. Voor een schematisch overzicht, zie: 2. De levensdrang.
Kinderen met een levensdrang gaan zich identificeren met het wezenlijke zelfgevoel dat ze regelmatig krijgen tijdens het onbewuste gebruik van een geestesvermogen. Hun drang is erop gericht om daarbij ook het aanvullende levendige, vitale en krachtige gevoel te hebben. Een ongewenst kleurloos, depressief en machteloos gevoel kan hen een overlevingsdrang geven die erop gericht is een gevoel van onvermogen met een lichamelijk ongezond te voorkomen en een zelfafwijzend gevoel te vermijden. Deze drang geeft kinderen de mogelijkheid om via hun gedachten twee krachtige gevoelens te krijgen die hen ondersteunen het aanwezige wezenlijke zelfgevoel te behouden. Bij hen ontstaat er dan de mogelijkheid het aanwezige ongewenste kleurloze, depressieve en machteloze gevoel op te heffen en het gewenste aanvullende levendige, krachtige en vitale gevoel terug te krijgen. Klik voor een schematisch overzicht, zie: 3. De overlevingsdrang(mrt2018).
Bij hen kan ook de drang ontstaan die met behulp van de gedachten de twee ondersteunende krachtige gevoelens kan geven. Dit stelt hen in staat een kleurloos, depressief en machteloos gevoel te voorkomen of te verdringen.
De mogelijkheid bestaat echter dat kinderen door hun omstandigheden niet in staat zijn deze ondersteunende krachtige gevoelens te krijgen.
[.....]lichamelijke mishandelingen en/of afwijzende opmerkingen [.....] Bij het verdwijnen van dat ondersteunende krachtige gevoel kan een kind alsnog het ongewenste depressieve en machteloze gevoel krijgen. Daarbij kan er ook een zelfafwijzend gevoel ontstaan. Kinderen met een levensdrang willen dan het wezenlijke zelfgevoel, en het levendige, vitale en krachtige gevoel hebben waarmee deze aanwezige ongewenste gevoelens kunnen worden opgeheven. Onbewust schakelen ze dan over naar het geestesvermogen waarbij deze gewenste gevoelens kunnen ontstaan. Een kind verliest daarbij ook het wezenlijke zelfgevoel. Bij kinderen die de levenslust willen behouden ontstaat er een overlevingsdrang. Onbewust gaan ze dan het geestesvermogen gebruiken waarbij ze weer een wezenlijk zelfgevoel kunnen krijgen en een levendig, vitaal en krachtig gevoel. Onbewust schakelen ze dan over naar het geestesvermogen waarbij deze gevoelens kunnen ontstaan.
Bij deze drang kunnen kinderen het aanwezige kleurloze, depressieve en machteloze gevoel met behulp van hun gedachten verdringen. Daarbij kan ook
[.....]aanwezige kunnen behouden. [.....] geeft hen ook om te blijven gebruiken waarbij dat gevoel is ontstaan.
[.....]Bij hen ontbreekt dan de wens om het verdwenen levendige gevoel en het aanvullende vitale en krachtige gevoel terug te krijgen.
[.....]daarnaast ook het er dan naast het aanwezige depressieve en machteloze gevoel ook
[.....]een ontstaat. Dit kan hen een lichamelijk ongezond gevoel en een gevoel van onvermogen geven met een kleurloos gevoel en een zelfafwijzend gevoel. Kinderen kunnen dan de innerlijke drang krijgen het ongezonde lichamelijk gevoel op te heffen, en het gevoel van onvermogen te verdringen. Bij hen kan dan ook de drang ontstaan het krachtige gevoel te hebben dat hen ondersteunt het onbewust en daarmee het kleurloze gevoel en zelfafwijzende gevoel op te heffen. Dit kan hen ook weer het levendige gevoel en wezenlijk zelfgevoel geven dat ze vanuit hun overlevingsdrang wilden hebben. Voor een schematisch overzicht, zie: De innerlijke drang ???. Ik heb in dit verband geen schema met deze naam kunnen vinden. Het is echter mogelijk dat het hieronder genoemde schema “De Gevoelsdrang” weergeeft wat de bedoeling van deze alinea is.
Zolang ze daarbij het aanvullende vitale en krachtige gevoel kunnen behouden, blijven kinderen [.....] Daarbij willen ze weer
[.....]ontstaan er gedachtenpatronen die erop gericht zijn krijgen dat ze op dat moment nodig hebben.
[.....]de levensvreugde te behouden.
Voor een schematisch overzicht, zie: Het levensprobleem ???. Ook hier heb ik geen schema met deze naam kunnen vinden. Het is echter niet onmogelijk dat het hieronder genoemde schema's “De Levenskracht(2017/2018)” weergeven wat de bedoeling van deze (zeer onvolledige) alinea had moeten zijn.
In de map “Website Algemeen” op Liet's computer waarin deze Introductie te vinden was stond nog een vijftal schema's.
In de eerste plaats een uitgebreid overzicht van gevoelens.
Dit is een zeer uitgebreide versie van het hierboven als eerste genoemde schema
“1. De basis-gevoelens”.
Het is goed mogelijk dat hier ook gegevens in staan uit de schema's die ik niet kon vinden
Daarnaast zijn er drie schema's die in deze Introductie niet rechtstreeks genoemd worden, maar die heel misschien de functie hebben die ik hierboven gesuggereerd heb. Tenslotte is een iets oudere versie van het schema
“3. De overlevingsdrang(mrt2018)” waarnaar hierboven verwezen is.
• De Gevoelsdrang.
• De Levenskracht (2017).
• De Levenskracht (2018).
• De Overlevingsdrang (jan2018).
De jaren waarin deze schema's voltooid heb ik erbij gezet om (bij gelijkluidende titels) duidelijk te maken welke schema's het meest recent zijn.