Verband lichaam, geest en gevoelens

Het verband tussen het lichaam, de geest en de gevoelens

Dit verband ontstaat in de periode voor de geboorte. Na de vorming van het reukcentrum, het gehoorcentrum, het gezichtscentrum en het evenwichtscentrum ontwikkelen zich de hersencelkernen in de neocortex (de buitenste hersenschors).
    Dit geeft een kind in de moederschoot de mogelijkheid om de geestesvermogens te ontwikkelen die herkenbaar zijn als het waarnemingsvermogen, het uithoudingsvermogen, het voorstellingsvermogen en het uitstralingsvermogen. Daarbij kan de basis gelegd worden voor het aanpassingsvermogen, het empathisch vermogen, het reproducerend vermogen, het doorzettingsvermogen, het denkvermogen, het oordelend vermogen, het beschouwend vermogen en het abstractievermogen.
    Tijdens het gebruik van een geestesvermogen ontstaan er prikkels die doorgestuurd worden naar de zenuwcelkernen van de amygdala, het orgaan waarin de gevoelens worden gevormd. Daarbij worden er ook verbindingen gelegd met de celkernen die zich ontwikkelen in de linker en de rechter hippocampus (latijn voor zeepaard, de uiteindelijke vorm van dat orgaan) en het gevoelsgeheugen van een kind vormen. Opgroeiende kinderen krijgen daardoor tijdens het onbewuste gebruik van een geestesvermogen een wezenlijk zelfgevoel met de behoefte die hen daarbij een aanvullend levendig, vitaal en krachtig gevoel kan geven. Door wat zij zien, ruiken, proeven, horen of lichamelijk ervaren kunnen deze gevoelens tijdens het gebruik van het geestesvermogen omslaan in een kleurloos, depressief en machteloos gevoel. Bij kinderen kan er dan de drang ontstaan die hen onbewust in staat stelt het geestesvermogen te blijven gebruiken. Dat geeft hen de mogelijkheid het wezenlijke zelfgevoel te behouden. Klik voor een schematisch overzicht op De levensdrang

Opgroeiende kinderen kunnen zich gaan identificeren met de wezenlijke zelfgevoelens die regelmatig bij hen ontstaan tijdens het onbewuste gebruik van hun geestesvermogens. Hun drang stelt hen in staat om daarbij ook het door hen gewenste aanvullende levendige, vitale en krachtige gevoel te krijgen. Door hun omstandigheden kunnen kinderen (zoals hierboven gezegd) niet alleen een kleurloos, depressief en machteloos gevoel krijgen, maar ook een gevoel van onvermogen, een lichamelijk ongezond gevoel, een zelfafwijzend gevoel en een waarneembare reactie.
    Bij kinderen kan er dan een overlevingsdrang ontstaan. Zij gaan dan onbewust een geestesvermogen gebruiken om daarmee het wezenlijke zelfgevoel te kunnen krijgen dat het zelfafwijzende gevoel opheft. Hun drang kan hen het aanvullende levendige, vitale en krachtige gevoel geven dat het aanwezige kleurloze, depressieve en machteloze gevoel verdringt. Daarbij verdwijnt ook het gevoel van onvermogen, het lichamelijk ongezonde gevoel en de waarneembare reactie. Klik voor een schematisch overzicht op De Overlevingsdrang

Zoals eerder gezegd, opgroeiende kinderen kunnen tijdens het onbewuste gebruik van een geestesvermogen naast het aanwezige wezenlijke zelfgevoel vanuit hun drang ook het aanvullende levendige, vitale en krachtige gevoel krijgen. De opmerkingen van een ander kunnen hen een kleurloos, depressief en machteloos gevoel geven.
    In dit verband kan er nog een derde mechanisme genoemd worden. Levenslustige kinderen willen deze gevoelens niet hebben. Hun reactie is gericht op het voorkomen van een gevoel van onvermogen met een lichamelijk ongezond gevoel. Bij hen kan er dan ook de innerlijke dwang ontstaan die hen in staat stelt een zelfafwijzend gevoel te vermijden. Onbewust gaan ze daarbij het geestesvermogen gebruiken dat hen het wezenlijke zelfgevoel kan geven en de drang die hen het aanvullende levendige, vitale en krachtige gevoel kan geven dat het aanwezige kleurloze, depressieve en machteloze gevoel verdringt. Klik voor een schematisch overzicht op: De Innerlijke Dwang

Levenskrachtige kinderen willen een zelfafwijzend gevoel vermijden door te voorkomen dat er bij hen een gevoel van onvermogen met een lichamelijk ongezond gevoel ontstaat. Daarbij willen ze ook zo snel mogelijk een kleurloos, depressief en machteloos gevoel kunnen verdringen. Vanuit hun overlevingsdrang en innerlijke dwang kan er bij kinderen de gewoonte ontstaan onbewust twee geestesvermogens te gebruiken. Dat kan hen het daarmee verbonden wezenlijke zelfgevoel geven en de drang die hen in staat stelt om daarbij ook het aanvullende levendige, vitale en krachtige gevoel te krijgen. Door de omstandigheden of opmerkingen van een ander kan er bij levenskrachtige kinderen een kleurloos, depressief en machteloos gevoel ontstaan. Om hun levenslust niet te verliezen gaan ze dan onbewust twee andere geestesvermogens gebruiken. De wezenlijke zelfgevoelens en de drang kunnen hen de aanvullende levendige, vitale en krachtige gevoelens geven die de aanwezige ongewenste gevoelens opheffen. Klik voor een schematisch overzicht op: De Levenskracht

Zowel kinderen als volwassenen kunnen vanuit hun levensdrang, overlevingsdrang, innerlijke dwang of levenskracht een specifiek probleem krijgen. Deze problemen zijn herkenbaar als:

  1. hoogbegaafdheid,
  2. ADHD,
  3. autisme,
  4. overgevoeligheid,
  5. stotteren,
  6. dyslexie,
  7. veel eten,
  8. niet eten en niet snoepen,
  9. verslaafd aan alcohol en/of drugs,
  10. een post-traumatisch stress syndroom,
  11. pesten.

Bij kinderen kunnen er ook problemen ontstaan die samenhangen met hun innerlijke dwang. Deze kinderen kunnen het ongewenste kleurloze, depressieve en machteloze gevoel wel herkennen dat daaraan vooraf gaat. Voor hen is het lastiger om te gaan beseffen dat hun innerlijke dwang erop gericht is een gevoel van onvermogen en een lichamelijk ongezond gevoel te vermijden, en dat ze daarmee een zelfafwijzend gevoel willen voorkomen. Aan kinderen die dit begrijpen kan ook worden uitgelegd dat hun innerlijke dwang tot problemen kunnen leiden bij hen zelf en/of een ander. Daarbij kunnen kinderen gemotiveerd worden om te een ongewenst kleurloos, depressief en machteloos gevoel

Zie ook Gedragsproblemen.

[.....]

het geestesvermogen te gaan gebruiken, het wezenlijke zelfgevoel te krijgen en de drang die hen in staat stelt met behulp van het aanvullende levendige, vitale en krachtige gevoel de innerlijke dwang op te heffen.

Deze uitleg geeft kinderen de mogelijkheid te aanvaarden dat er bij hen en dat ze dan met behulp van het geestesvermogen het aanwezige wezenlijke zelfgevoel kunnen behouden.

[.....]

zonder daarbij de innerlijke dwang te krijgen. Kinderen kunnen dan bij het ontstaan van deze ongewenste gevoelens bij zichzelf nagaan of zij daarbij ook een gevoel van onvermogen en een ongezond lichamelijk gevoel met een zelfafwijzend gevoel krijgen. Ze kunnen dan ook onbewust Daarbij verdwijnt ook het gevoel van onvermogen en het lichamelijk ongezonde gevoel. Bij een kind met een aanwezig probleem kan dan [.....] Kinderen [.....] het te gaan gebruiken en het wezenlijke zelfgevoel te krijgen met de drang die hen in staat stelt in plaats van de aanwezige ongewenste gevoelens het door.

[.....]

te begrijpen dat er bij hen op zo’n moment een overlevingsdrang kan ontstaan. Daarbij kunnen ze ook

[.....]

Het l dat ze daarbij krijgen ondersteunt hen deze ongewenste gevoelens

[.....]

Drangstoornissen:, Gedragsproblemen (niet gebruiken van een geestesvermogen), woede - verdriet - haat - schelden - slaan -vechten - ruzie maken/een woordenstrijd aangaan - de ander vernederen - pesten - uitdagen - Walging

[.....]

Ze nemen het zichzelf kwalijk dat ze naast een kleurloos, depressief en machteloos gevoel ook een lichamelijk ongezond gevoel hebben gekregen.


Terug naar boven.



Home
Liet
Contact
Nagelaten teksten






Copyright © 2025, L.I.E.T.-therapie
URL: http://www.usdat.nl/liet-therapie/vermogens-gevoelens/Gevoelens(2021).html
Contactgegevens bevinden zich op deze pagina